7 april 2021
4 minuten lezen
Na een slechte maand september voor de financiële markten leek er begin oktober wat optimisme terug te keren, toen dalende energieprijzen hoop boden op minder inflatie. Maar deze hoop werd op 5 oktober de kop ingedrukt door OPEC+, dat een productievermindering van 2 miljoen vaten aardolie aankondigde. Ze noemden de krimpende Chinese economie als voornaamste reden voor deze beslissing.
Over het algemeen blijven de markten onrustig met kleine schommelingen, onzekerheden over economische groei, inflatie, het beleid van centrale banken en toenemende zorgen over een verdere escalatie van de oorlog in Oekraïne.
Noorwegen heeft Rusland ingehaald als Europa’s grootste gasleverancier, en de gasstromen vanuit Rusland via Oekraïne zijn tot nu toe stabiel gebleven, ondanks de oplopende spanningen in de regio. Gasprijzen zijn aanzienlijk gedaald ten opzichte van de recordhoogten eerder dit jaar, dankzij alternatieve gasleveringen, milde temperaturen en goed gevulde voorraden (Duitsland: 94,97%, Frankrijk: 98,97%). Maar de opslagvoorraden dekken slechts 23% van het jaarlijkse gasverbruik…
Sommige analisten vrezen dat door verschillende prijsplafonds en subsidies van EU-regeringen de gasbesparingen lager zullen uitvallen dan verwacht. Volgens het Internationaal Energieagentschap blijft het risico op tekorten bestaan, en explosieve prijsstijgingen voor gas en elektriciteit kunnen niet worden uitgesloten. De meest pessimistische analisten vrezen zelfs winterse black-outs, waarbij mobiele telecommunicatie en internet uitvallen, waardoor we afgesloten worden van de rest van de wereld. Maar wordt de soep zo heet gegeten als ze wordt opgediend? De tijd zal het leren.
De economische vertraging wordt al gevoeld en heeft invloed op de wereldwijde vraag naar vlees. De vleesproductie in verschillende regio’s neemt af, en het is mogelijk dat de vraag naar oliehoudende zaden voor diervoeder verder daalt. Minder verwerking betekent minder olieproductie of duurdere olie om de verwerkingskosten te dekken. Ook de vraag naar lijnzaadolie daalde door de economische vertraging, terwijl grote oogsten (Kazachstan, Rusland, Canada) de zadenprijzen onder druk zetten. Interessant is het grote prijsverschil tussen de op één na meest geproduceerde olie (sojaolie) en de meest geproduceerde olie ter wereld (palmpitolie). Bovendien is genetisch gemodificeerde sojaolie zelfs duurder dan raapzaadolie en zonnebloemolie.
“Dalende energieprijzen brengen hoop, maar nerveuze markten blijven waakzaam voor inflatie, verstoringen in de aanvoer en escalerende wereldwijde spanningen.”
Op woensdag bracht het Amerikaanse ministerie van Landbouw (USDA) zijn maandelijkse Global Agricultural Supply and Demand Estimates (WASDE) uit. Hierin werd de wereldwijde eindvoorraad soja verhoogd:
• De wereldwijde productie werd verhoogd met 1,22 miljoen ton tot 390,9 miljoen ton.
• Eindvoorraden werden verhoogd met 1,6 miljoen ton tot 100,52 miljoen ton.
De verwachte oogst in Brazilië werd verhoogd met 3 miljoen ton tot 152 miljoen ton, terwijl de soja-import van China met 1 miljoen ton werd verhoogd tot 98 miljoen ton. De productie in de VS werd verlaagd tot 117,38 miljoen ton door een daling in opbrengst per hectare, maar de eindvoorraden in de VS bleven stabiel op 5,44 miljoen ton.
In de VS is er echter een probleem met het transport van sojabonen naar de exportterminals in Louisiana. Door droogte staat het waterpeil van de Mississippi-rivier veel lager dan normaal, waardoor er vertragingen zijn. Bij een cruciaal punt nabij Memphis, Tennessee, zal het waterpeil naar verwachting nog verder dalen, waardoor sojabonen zich opstapelen in het Middenwesten net nu de oogst in volle gang is.
De Argentijnse regering meldde dat boeren in september een recordvolume van meer dan 13,7 miljoen ton sojabonen hebben verkocht, nadat de regering een gunstiger wisselkoers voor producenten toestond.
De prijzen voor sojaolie bleven stevig door de goede Amerikaanse vraag naar biodiesel en de verminderde verwerking in Argentinië en de EU, waar de hoge energieprijzen het minder aantrekkelijk maken om sojabonen te verwerken.
De prijzen van palmolie herstelden zich enigszins van eerdere verliezen door grote exportvolumes uit Indonesië en Maleisië. Dit werd geholpen door de enorme prijsvoordelen ten opzichte van andere oliën en een licht herstel van de minerale olieprijzen. Desondanks bereikten de voorraden in Maleisië recordhoogtes.
De prijzen van olijfolie stegen verder door de verwachte productie-verliezen in Spanje.
De gemiddelde EU-boterprijzen daalden licht tot € 7.203/ton, vooral door lagere prijzen in Frankrijk en Nederland. Opmerkelijk is dat de Amerikaanse boterprijzen de laatste weken bijna op het niveau van de EU-boterprijzen zijn gekomen. Dit onderstreept dat melkvet vooral op de interne markt wordt verbruikt, zowel in de EU als in de VS. De Amerikaanse boterreserves zijn op het laagste niveau in vijf jaar, terwijl de EU-export (vooral naar China) is afgenomen.
In Zwitserland is door slechte kwaliteit ruwvoer en tekorten minder melk geproduceerd, waardoor kaas- en boterproducenten met elkaar concurreren om de beschikbare melk. Op verzoek van de zuivelsector zal het Zwitserse Federale Landbouwbureau voor de vijfde keer dit jaar het maximale importquotum voor boter verhogen (tot 13% van het jaarlijkse verbruik).
De euro verloor verder terrein na het Amerikaanse inflatierapport (CPI), dat de maandelijkse prijsveranderingen voor Amerikaanse consumenten meet. Dit rapport dwong de Amerikaanse Federal Reserve om de rente verder te verhogen, waardoor de dollar sterker werd. Dit verhoogt de importinflatie voor landen met zwakke valuta’s ten opzichte van de machtige dollar, de wereldwijde reservemunt bij uitstek. Dit dwingt centrale banken wereldwijd om ook de rente te verhogen, wat het risico op een (diepere) recessie vergroot.
De olieprijzen konden niet echt stijgen na de aankondiging van OPEC+ om de productie te verlagen. Angst voor een recessie en lagere vraagprognoses hielden Brent dichter bij $90 dan bij $100.